Erwtensoep
6 tot 8 personen
Oer Hollandse stevige maaltijdsoep die je het liefst een dag van te voren klaar maakt. Erwtensoep eet je met roggebrood belegd met katenspek en kaas. Snert wordt erwtensoep van de tweede dag genoemd deze is veel lekkerder. Goed afgekoeld is het een stevige brij waar je de lepel recht op in kunt zetten. Warm snert voorzichtig op en voeg eventueel een laagje water toe. Roer regelmatig zodat de snert niet aan de pan gaat bakken.
Dit is het onovertroffen recept van Susanne.
Ingrediënten:
500 g spliterwten
2,5 l water
300 tot 400 g schouderkarbonade of hamschijf
200 g doorregen rookspek, stukje
1 laurierblad
halve knolselderij, in blokjes
1 flinke winterwortel, in blokjes
2 aardappelen, geschild en in blokjes
2 preien, in dunne ringetjes
2 uien, fijngesneden
bosje selderijblad, fijngesneden
2 kruidenbouillonblokjes
zout en peper
2 rookworsten
Bereiden:
Kijk op de verpakking of de spliterwten geweekt moeten worden.
Zet de spliterwten op met het water, laurierblaadje en een theelepel zout. Zachtjes aan de kook brengen en af en toe roeren.
Als de soep zachtjes kookt voeg je de varkenslappen en het stukje spek toe.
Laat dit ongeveer een 1 uur garen tot de spliterwten uit elkaar beginnen te vallen. Eventueel af en toe afschuimen
Haal het vlees uit de pan en snij het fijn. Dit fijngesneden vlees gaat terug in de pan.
Het laurierblaadje uit de pan halen en weggooien.
Voeg nu de bouillonblokjes, knolselderij, winterwortel, ui, aardappel en prei toe.
Kook de soep op een laag vuur nog ongeveer 1 uur.
Proef en breng eventueel op smaak met extra zout en peper.
Gaar de rookworst volgens de gebruiksaanwijzing of kijk op het recept voor boerenkool.
Snij de rookworst in plakjes en warm ze nog even door in de soep.
