4 personen

Ingrediënten:

• 1 kg magere riblappen, in blokjes

• 50 g roomboter

• 250 g sjalotjes

• 4 teentjes knoflook, fijngehakt

• 250 g gerookt mager spek, in reepjes

• 2 wortels, in plakjes

• 400 g champignons, in kwarten

• 2 stengels bleekselderij, in schijfjes

• 1 bosje peterselie, fijngesneden

• 3 eetlepels bloem

• 400 ml rode wijn, het liefst natuurlijk bourgogne maar elke volle rode wijn is prima

• 2 flinke scheuten cognac

• 400 ml runderbouillon

• 2 takjes verse tijm

• 3 laurierblaadjes

• zout en versgemalen zwarte peper

Bereiden:

1. Smelt wat van de boter in een grote pan en fruit hierin de sjalotjes, knoflook en spekblokjes aan.

2. Uit de pan halen en apart zetten.

3. Bak de champignons in hetzelfde vet lichtbruin.

4. Uit de pan halen en apart zetten.

5. Braad nu het vlees in de rest van de boter rondom bruin, voeg de selderij en de wortel toe en bak deze 3 minuten mee.

6. Strooi de bloem over het vlees en bak nog even goed.

7. Giet nu de bouillon, cognac en de wijn bij het vlees.

8. Voeg tijm, laurier en de helft van de peterselie toe.

9. Laat dit samen ongeveer 1 ½ uur lekker sudderen.

10. Vis de laurierblaadjes en de takjes tijm uit de pan.

11. De sjalotjes, spekblokjes en de knoflook bij het vlees.

12. Nu nog 30 minuten zachtjes sudderen.

13. Voeg de gebakken champignons toe.

14. Proef en maak op smaak met zout en peper.

15. Garneren met restant van de gesnipperde peterselie.